De abonnementstaks en andere veranderingen binnen het Zomerakkoord

26.10.2017

Eind juli bereikte de federale regering een akkoord over de begroting van 2018: het zomerakkoord. Momenteel zijn er nog geen wetteksten voorhanden, maar wij willen u de krachtlijnen van deze hervorming niet onthouden. De abonnementstaks springt in het oog, maar wat verandert er nog voor u als belegger? Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen…

Taks op effectenrekeningen

Meest opvallend is de invoering van een taks op effectenrekeningen, de zogenaamde abonnementstaks. Vanaf 2018 zal er een taks van 0,15% geheven worden op effectenrekeningen die een saldo vertonen van meer dan € 500.000. De grens van € 500.000 wordt beoordeeld per belastingplichtige en zou enkel gelden voor natuurlijke personen. De banken zullen de abonnementstaks moeten innen en moeten daarvoor maandelijks een waardebepaling doen van de effectenrekening. Op dit gemiddelde wordt dan het tarief toegepast.

De taks viseert aandelen, obligaties en beleggingsfondsen. Welke aandelen precies belastbaar zijn, is nog niet duidelijk. Mogelijk ontspringen niet-beursgenoteerde aandelen de dans. Ook pensioenspaarfondsen en beleggingsverzekeringen (tak 21 en tak 23) zijn vrijgesteld.

Bij overschrijding van de grens zou het tarief naar verluidt worden toegepast op de volledige effectenrekening, en dus niet enkel op het overschrijdend gedeelte.
De keuze voor een belasting op de totale waarde heeft perverse gevolgen: als u een effectenrekening heeft met een waarde van  € 500.001, betaalt u € 750 belasting. Na afhouding heeft u aldus een waarde van € 499.250. Indien u slechts een effectenportefeuille had van € 499.999, betaalt u geen abonnementstaks en houdt u dus meer over.
Omzeiling van de abonnementstaks door het openen van meerdere effectenrekeningen bij verschillende banken, zal vermoedelijk niet helpen. De regering heeft immers aangekondigd dat er een aangifteplicht komt voor wie meer dan één effectenrekening bezit. Ook buitenlandse effectenrekeningen worden geviseerd, waardoor een verschuiving van de gelden naar het buitenland geen soelaas biedt.

Halvering vrijstelling intresten op spaarrekeningen

Vandaag moet u geen roerende voorheffing betalen op de eerste schijf van € 1.880 aan intresten die u ontvangt op uw spaarrekening. Dit grensbedrag wordt gehalveerd tot € 940. Alle intresten boven € 940 worden belast aan 15% roerende voorheffing. De impact van deze maatregel zal momenteel weinig spaarders treffen door de huidige lage intrestvoet, maar zal voelbaar worden wanneer de rente terug stijgt. Bij een rentevoet van bijvoorbeeld 2%, kan u nog ‘slechts’ € 47.000 belastingvrij sparen.

Pensioensparen: keuzestelsel

Het systeem van pensioensparen wordt verder uitgebreid. Voortaan zal u kunnen kiezen tussen twee mogelijkheden: ofwel stort u jaarlijks een totale premie van € 940 en geniet u een belastingvoordeel van 30% (huidig systeem), ofwel verhoogt u uw jaarlijkse bijdrage tot € 1.200 en geniet u een belastingvoordeel van 25%. Schematisch kan dit als volgt weergegeven worden:

U dient dus te beslissen of u € 260 extra aan de kant wil zetten voor een bijkomend belastingvoordeel van € 18. Hoe het fiscaal voordeel wordt berekend wanneer u meer dan € 940, maar minder dan € 1.200 spaart, is op vandaag nog niet duidelijk.

Uitbreiding Reynderstaks

De Reynderstaks, een meerwaardebelasting op het obligatieluik bij verkoop van beleggingsfondsen, wordt verder uitgebreid. Momenteel worden fondsen die minder dan 25% van hun activa beleggen in schuldvorderingen niet geviseerd. Deze drempel zou worden afgeschaft zodat alle fondsen geviseerd worden. Er zou echter maar roerende voorheffing (30%) verschuldigd zijn op het obligatierendement in deze fondsen. Een fonds dat bijgevolg volledig in aandelen belegt, valt niet onder deze maatregel.

Verhoging beurstaksen

Ook de beurstaksen worden in 2018 opnieuw verhoogd. Het tarief van 0,09% voor obligaties zou toenemen tot 0,12%. Het tarief van 0,27% voor aandelen wordt verhoogd naar 0,35%. De beurstaks bij de verkoop van beleggingsfondsen van het kapitalisatietype blijft onveranderd op 1,32%.

Fiscale vrijstelling eerste schijf van € 627 aan ontvangen dividenden

Op de eerste schijf van € 627 aan ontvangen dividenden zal geen roerende voorheffing van 30% meer moeten betaald worden in hoofde van de privé investeerder. Dit levert een belastingvoordeel op van € 188,10. De vrijstelling zou worden ingevoerd via de aangifte in de personenbelasting.

Conclusie?

De uitwerking van het zomerakkoord in wetteksten is voorzien in het najaar. Mogelijk kunnen de vooropgestelde maatregelen nog verder aangepast en/of verfijnd worden. Desalniettemin staat nu al vast dat de geplande maatregelen het fiscale landschap grondig zullen hervormen. Indien u hierover meer informatie wenst, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze accountants en/of belastingconsulenten.

Publicatiedatum: 27 oktober 2017

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
© Van Havermaet 2024

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.