Bedrijfsoverdracht op komst: aan wie draag ik mijn harde werk over?
Dat vele Belgische familiebedrijven aan de vooravond staan van een bedrijfsoverdracht, bleek de laatste maanden meermaals het topic te zijn van menig persartikel, opleidingstraject en infoavond. En terecht, want de cijfers liegen er niet om; ongeveer één op vier familiebedrijven zal binnen dit en vijf jaar de leiding en eigendom van het familiebedrijf overdragen. De vraag die hier dan onverbiddelijk op volgt is: ‘aan wie?’.
Om deze situatie enigszins correct in beeld te brengen, baseren we ons graag op recente onderzoekscijfers. Zo werden onlangs de resultaten gepresenteerd van het onderzoek aangaande de “Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen”. Dit naar aanleiding van de ‘week van de bedrijfsoverdracht’ eind oktober vorig jaar. Het onderzoek werd uitgevoerd door de Universiteit Hasselt samen met de Antwerp Management School met steun van Agentschap Ondernemen, en tracht de intenties van ondernemers, ouder dan 50 jaar, in kaart te brengen met betrekking tot hun bedrijfsoverdracht.
De niet-weters
Ondanks de urgentie blijkt dat ongeveer een derde van de bedrijven die binnen een termijn van 5 jaar een overdracht van de positie van bedrijfsleider en/of een overdracht van aandelen voorzien, niet of nauwelijks bezig zijn met de voorbereiding van de bedrijfsoverdracht.
Ondernemers menen dat de belangrijkste belemmeringen bij het plannen van de bedrijfsoverdracht zowel van financiële (bv. te hoge overnameprijzen, gebrek aan financiering, gelijkberechtiging tussen kinderen, problemen met het uitkopen van andere kinderen, problemen inzake erfbelasting), als van familiale aard zijn (bv. kinderen geen interesse, kinderen komen niet overeen, moeilijke erfenisverdeling, te jonge kinderen). Indien ondernemers beslissen om het bedrijf te verkopen, vinden zij het tevens moeilijk een geschikte koper te vinden.
De wel-weters
Bij de familiebedrijven die reeds een idee hebben aan wie ze de aandelen wensen over te dragen, geeft 56% van de bedrijven aan dat er een familiale overdracht wordt voorzien, 35% plant een externe verkoop. Een minderheid (9%) overweegt een liquidatie.
Maar ook hier kan het schoentje knellen. Uit een internationale bevraging in 34 landen en van ruim 34.000 jongvolwassenen met een familiebedrijf thuis, blijkt immers dat hun intenties mogelijk elders liggen. Specifiek voor België, beweren deze cijfers dat slechts 13.8% van deze jongvolwassen de intentie heeft om binnen de vijf jaar na het einde van de studies in te stappen in het familiebedrijf. Misschien wegens enige terughoudendheid voor het harde leven van een zelfstandige? Toch niet helemaal, zo blijkt. Er is toch sprake van een gezonde interesse voor het ondernemerschap bij deze ‘nieuwe lichting’. Meer dan een derde van hen is van plan om na de studies zelf een eigen zaak te starten, hetgeen misschien niet volledig in lijn ligt met de plannen die ouders voor ogen hadden.
Communiceer duidelijk
Hoewel we deze cijfers zeker met de nodige nuances moeten interpreteren, geven ze ons toch een duidelijke boodschap mee: als overdrager kan u misschien wel al een helder beeld hebben van wie u moet opvolgen in het familiebedrijf, dit geeft u echter geen garanties over de intentie van de opvolger zelf.
Om te vermijden dat u als overlater van een koude kermis zal thuiskomen, communiceert u best tijdig en duidelijk uw intenties en verwachtingen naar de volgende generatie. Kortom, garandeer de continuïteit van uw familiebedrijf en werk op tijd uw overdrachtsplan uit, samen met Van Havermaet!