Nieuwe meerwaardebelasting op komst!
Met de recente ontwikkelingen omtrent belastinghervormingen in België, lichten wij graag de nieuwe meerwaardebelasting toe die vanaf 1 januari 2026 zal ingaan. De eerste ontwerpteksten zijn gepubliceerd en hoewel deze nog kunnen wijzigen, verschaft dit document een eerste overzicht van de mogelijke impact.
1. Wie valt er onder de nieuwe meerwaardebelasting?
De nieuwe meerwaardebelasting wordt ingevoerd zowel in de personenbelasting als in de rechtspersonenbelasting, hetgeen onder andere van toepassing zal zijn op vzw’s en private stichtingen. Vzw’s en private stichtingen betalen overigens nu al een vermogensbelasting van (meestal) 0,45% per jaar.
2. Wat houdt de meerwaardebelasting in?
De meerwaardebelasting zal toegepast worden op meerwaarden die gerealiseerd worden door de overdracht onder “bezwarende titel” van financiële activa.
3. Definitie van financiële activa
In het wetsontwerp wordt “financiële activa” als volgt gedefinieerd:
- Financiële instrumenten: beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelen, obligaties, geldmarktinstrumenten, trackers, opties, …
- Bepaalde verzekeringscontracten: zoals spaar- en beleggingsverzekeringen, op voorwaarde dat ze bij afkoop niet belast worden als roerend of beroepsinkomen.
- Crypto-activa.
- Valuta: inclusief beleggingsgoud.
Bepaalde activa zijn echter uitgesloten van de meerwaardetaks, zoals pensioenfondsen, groepsverzekeringen en aandelen die recht geven op belastingvermindering voor start-ups.
4. Overdracht onder bezwarende titel
De meerwaardebelasting is van toepassing wanneer een meerwaarde gerealiseerd wordt door een overdracht onder bezwarende titel, buiten de beroepsactiviteit om. Hierbij ontvangt de overdrager een prijs voor de financiële activa die hij overdraagt.
Schenkingen en eigendomsoverdrachten bij overlijden vallen in regel buiten deze regeling. Bij de verkoop van geschonken aandelen door de begiftigde, wordt echter belasting geheven op de meerwaarde ten opzichte van de aanschaffingswaarde van de initiële schenker.
5. Gelijkstellingen
Bepaalde situaties worden gelijkgesteld met een overdracht onder bezwarende titel, waaronder:
- De uitkering bij leven van kapitalen en afkoopwaarden van levensverzekeringen.
- Exittaks bij verhuizen naar het buitenland (af te wachten of dit in een Europese context hard te maken is).
- Overdracht aan een belastingplichtige niet-inwoner.
Bij immigratie naar België vindt er trouwens een “step-up” plaats. Hetzelfde geldt bij schenkingen van niet-inwoners aan Belgische inwoners.
6. Belastingregime
- Algemeen regime: De belasting op meerwaarden bedraagt 10%, met een vrijstelling van 10.000 EUR. Indien activa gedurende ten minste 10 jaar in bezit blijven, zou een vrijstelling gelden. Of die vrijstelling in de definitieve tekst behouden blijft, is echter hoogst onzeker.
- Bijzonder regime voor aanmerkelijk belang: Belastingplichtigen die gedurende een specifieke periode en samen met familie tot de vierde graad minstens 20% van de aandelen hebben bezeten, genieten over de meerwaarde een jaarlijkse vrijstelling van 1 miljoen EUR. Voorts zou een tarief van 1,25% gelden voor meerwaarden van 1 tot 2,5 miljoen EUR, 2,25% voor meerwaarden van 2,5 tot 5 miljoen EUR, 5% voor meerwaarden van 5 tot 10 miljoen EUR en 10% voor meerwaarden boven 10 miljoen EUR.
- Interne meerwaarden: Deze worden belast tegen 33%.
7. Belastbare basis en bepaling van de meerwaarde
De belastbare basis zal het positieve verschil zijn tussen de ontvangsten en de aanschaffingswaarde van de activa. Voor belastingplichtigen die meerdere activa van dezelfde aard aanhouden, wordt het gewogen gemiddelde van de aanschaffingswaarden als basis gebruikt.
Het ontwerp bepaalt dat voor activa die vóór 1 januari 2026 zijn verworven, de waarde op 31 december 2025 als referentieprijs geldt voor het bepalen van de meerwaarde bij toekomstige verkopen, tenzij de aanschaffingsprijs hoger is. Voor de bepaling van de historische meerwaarde worden verschillende methoden voorgesteld, afhankelijk van het type financiële activa:
- Beursgenoteerde Activa
Voor beursgenoteerde aandelen dienen de laatste afgesloten beurskoersen van het jaar 2025 als basis voor de berekening van de waarde van de activa. Dit biedt transparantie en zekerheid voor beleggers, omdat de marktwaarde op deze datum eenvoudig te verifiëren is.
- Niet-Beursgenoteerde Activa
De waarde van niet-beursgenoteerde financiële activa wordt op een andere manier bepaald. De regelgeving stelt dat de hoogste waarde uit een aantal bepalingen moet worden gekozen:
- De waarde die is vastgesteld bij een overdracht onder bezwarende titel tussen onafhankelijke partijen (bijvoorbeeld overeenkomst of kapitaalverhoging) die plaatsvond in 2025.
- De waarde zoals bepaald door een eerder gebruikte waarderingsmethode in contracten.
- Het eigen vermogen van de onderneming verhoogd met vier keer de EBITDA of een waarde vastgelegd in een waarderingsrapport opgesteld door een bedrijfsrevisor of externe accountant.
Deze methoden zouden belastingplichtigen de mogelijkheid bieden om de waarde per 31.12.2025 vast te stellen, zonder dat dit leidt tot onduidelijkheden bij de belastingautoriteiten. Het spreekt voor zich dat redelijk wat aandeelhouders belang zullen hebben bij de opstelling van een adequaat waarderingsrapport!
- Specifieke Regels voor Aandelenopties
Aandelen die verkregen zijn onder de Aandelenoptiewet, worden op een vergelijkbare manier behandeld. De aanschaffingswaarde van het aandeel wordt vastgesteld op het moment van de uitoefening van de optie. Dit houdt rekening met de marktwaarde op dat moment, wat een eerlijke afloop voor de belastingplichtige waarborgt.
- Waarde bij Verzekeringsovereenkomsten
Voor levensverzekeringsproducten is de waardering ook specifiek geregeld. Hier wordt het positieve verschil tussen de uitgekeerde afkoopwaarde van de verzekering en het totaalbedrag van de gestorte premies als basis genomen voor de berekening van de meerwaarde.
8. Inhouding via bronheffing
De belasting wordt in regel als bronheffing ingehouden door de bank. Voor de gevallen dat dit niet geldt, zou de betaling gebeuren via de aangifte inkomstenbelasting. De toepassing van de vrijstellingen en de verliesoverdracht van minwaarden zal in elk geval via de aangifte gebeuren.
9. Welke andere wetgeving wijzigt?
Met de invoering van deze heffing zouden een aantal bestaande bepalingen wijzigen:
- Afschaffing van normaal beheer van privé vermogen als criterium voor een vrijstelling van winst op financiële activa.
- Afschaffing van de aanmerkelijk belangheffing bij vervreemding van aandelen van een Belgische vennootschap aan een rechtspersoon gevestigd buiten de EER.
- Afschaffing van de Reynderstaks op obligatiefondsen.
- Verlaging van de verzekeringstaks op spaarverzekeringen van 2% naar 0,7%.
10. Wat betekent dit voor u?
De invoering van de nieuwe meerwaardebelasting betekent een significante wijziging in de Belgische belastingwetgeving vanaf 1 januari 2026. Dit heeft gevolgen voor uw fiscale planning en structuur. In sommige gevallen biedt de nieuwe regeling voordelen, in andere gevallen is het eerder een nadeel. De waardering van uw onderneming per 31 december 2025 zal voor velen een must zijn.
De inhoud van het ontwerp kan wel steeds veranderen zolang deze niet definitief is.
Voor ondersteuning en advies staan onze experts van Van Havermaet voor u klaar. Maak tijdig gebruik van uw mogelijkheden en voorkom onaangename verrassingen!