Doorgeefschenking: laat uw (klein)kinderen belastingvrij meegenieten

27.04.2021

Sinds de hervorming van het erfrecht op 1 september 2018 bestaat de mogelijkheid om een deel van uw erfenis belastingvrij door te schenken aan uw (klein)kinderen. In vergelijking met de wettelijke erfenissprong – die een integrale verwerping van de nalatenschap inhoudt – kan u met de doorgeefschenking zélf kiezen welke goederen u wil doorgeven aan uw (klein)kinderen en welke goederen u voor u zelf wil houden.

Doorgeefschenking: aan welke voorwaarden moet voldaan zijn?

Om te kunnen genieten van deze vrijstelling van schenkbelasting moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • De nalatenschap is opengevallen in het Vlaamse Gewest;
  • Het overlijden dateert van na 31 augustus 2018;
  • De verkrijging moet belast zijn geweest aan het tarief in rechte lijn of tussen partners;
  • De erfbelasting moet op het ogenblik van de schenking betaald zijn;
  • De doorgeefschenking mag enkel gebeuren aan afstammelingen;
  • De schenking moet binnen het jaar na het overlijden van de erflater gebeuren;
  • De schenking gebeurt via een notariële akte én de vrijstelling wordt formeel aangevraagd;
  • Aan de schenking mag geen opschortende voorwaarde of termijn gekoppeld worden.

Welke goederen kan ik belastingvrij doorschenken?

Zowel onroerende als roerende goederen kunnen het voorwerp uitmaken van een doorgeefschenking.

Indien u onroerende goederen wil doorschenken,  is echter wel vereist dat ze minstens geheel of gedeeltelijk deel uitmaakten van de nalatenschap. Voor roerende goederen daarentegen geldt deze voorwaarde niet. Het is met andere woorden mogelijk om andere goederen door te schenken aan uw (klein)kinderen dan de goederen die u zelf heeft geërfd. Belangrijk om weten is dat rekening wordt gehouden met de erfbelasting betaald over alle goederen, ongeacht de aard van de goederen. U kan een roerende doorgeefschenking doen zelfs indien de geërfde goederen onroerend van aard zijn.

Hoeveel kan ik belastingvrij doorschenken?

De vrijstelling van schenkbelasting betekent niet noodzakelijk dat de volledige nalatenschap onbelast doorgeschonken kan worden. Ook hier heeft de wetgever een aantal vanzelfsprekende beperkingen opgelegd:

  • de vrijstelling is beperkt tot de brutowaarde van de met erfbelasting belaste goederen;
  • de vrijstelling is maximaal gelijk aan de eerder betaalde erfbelasting.

We illustreren dit aan de hand van een aantal voorbeelden:

Voorbeeld 1

Bruno erft een beleggingsportefeuille van 250.000 EUR waarover hij 19.500 EUR erfbelasting heeft betaald. Hij wenst 100.000 EUR door te schenken aan zijn zoon. Over deze schenking zou normaal gezien 3.000 EUR schenkbelasting verschuldigd zijn (3% van 100.000 EUR).

De erfbelasting die over de geschonken goederen werd betaald bedraagt 7.800 EUR  (19.500 x 100.000/250.000).  De doorgeefschenking kan onbelast gebeuren.

 

Voorbeeld 2

Stel dat Bruno 300.000 EUR zou willen doorschenken, dan zal er wél schenkbelasting verschuldigd zijn aanzien de schenking hoger is dan de brutowaarde van de geërfde goederen. De normale schenkbelasting zou 9.000 EUR bedragen (3% van 300.000 EUR). De vrijstelling is beperkt tot 7.500 EUR (9.000 x 250.000/300.000 = 7.500). Er zal bijgevolg 1.500 EUR schenkbelasting verschuldigd zijn.

 

Voorbeeld 3

Marie heeft bij het overlijden van haar echtgenoot Jan de volle eigendom gekozen van de gezinswoning ter waarde van 450.000 EUR en een beleggingsportefeuille van 250.000 EUR. De gezinswoning was niet belast met erfbelasting, over de beleggingsportefeuille is 18.000 EUR erfbelasting betaald.

Marie wil de woning in blote eigendom doorschenken aan haar drie kinderen. Dit zou normaal gezien 13.500 EUR schenkbelasting kosten (3% * 450.000 EUR). De vrijstelling is beperkt tot 11.571 EUR (18.000 * 450.000 / 700.000 = 11.571 EUR), waardoor een bijkomend bedrag van 1.929 EUR aan schenkbelasting verschuldigd is.

Stel dat Marie naast de woning eveneens de portefeuille van 250.000 EUR aan haar kinderen zou schenken, dan zou de totale schenkbelasting normaal gezien 21.000 EUR bedragen (3% van 450.000 EUR en 3% van 250.000 EUR). De maximale vrijstelling is 18.000 EUR, er is dus bijkomend 3.000 EUR schenkbelasting verschuldigd.

Ingeval er onroerende goederen worden doorgeschonken, moet rekening gehouden worden met het progressievoorbehoud. Indien er onroerende goederen worden doorgeschonken aan begiftigden die de laatste 3 jaar reeds een onroerende schenking hebben ontvangen, dan wordt de “oude” schenking meegeteld om het tarief in de schenkbelasting van de doorgeefschenking te bepalen.

Conclusie

De doorgeefschenking is een zeer interessante techniek om bepaalde goederen die u uit erfenis van uw ouders heeft gekregen belastingvrij door te schenken aan uw (klein)kinderen. U kan zélf kiezen welke goederen u wel of niet wil overdragen; het is geen alles-of-niets verhaal meer.

De termijn waarbinnen gehandeld moet worden is evenwel beperkt. De doorgeefschenking moet uiterlijk 1 jaar na het overlijden plaatsvinden én de erfbelasting moet betaald zijn. Wacht dus niet té lang om actie te ondernemen na een overlijden als u hier gebruik van wil maken.

Wij helpen u graag om na te gaan welke goederen interessant zijn om te schenken en welke goederen u best zelf kan aanhouden. De hoogste vrijstelling kan gerealiseerd worden door de schenking zo dicht mogelijk bij de brutowaarde van de geërfde goederen te laten aanleunen. Verder is het interessanter om onroerende goederen zoveel als mogelijk door te schenken op basis van deze doorgeefschenking aangezien een dergelijke schenking altijd belast is met erfbelasting. Roerende goederen kunnen nog steeds via bankgift geschonken worden waardoor géén schenkbelasting betaald moet worden. Indien de schenker de schenking 3 jaar overleeft, is er evenmin erfbelasting verschuldigd.

Van Havermaet staat u graag bij om te beoordelen of het fiscaal interessant kan zijn een stukje erfenis door te geven aan bijvoorbeeld uw kinderen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.