Successieplanning via beding van aanwas nog mogelijk?

02.02.2018

Op 29 januari jl. publiceerde de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) een nieuw standpunt over successieplanning via beding van aanwas. Vlabel zet hiermee de toon voor het nieuwe jaar en veroorzaakt opnieuw een golf van onzekerheid.  

Bedingen van aanwas worden in de praktijk vaak gehanteerd bij een gezamenlijke aankoop van een woning door een ongehuwd koppel of bij een successieplanning tussen echtgenoten of zelfs tussen meerdere familieleden.

Vlabel omschrijft een beding van aanwas als “een overeenkomst tussen twee of meerdere partijen waarbij overeengekomen wordt dat het onverdeelde aandeel van de eerststervende in volle eigendom – of in vruchtgebruik – op een bepaald goed, dat ze samen aankopen of dat zij reeds in onverdeeldheid bezitten, onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende, van rechtswege zal aanwassen en dus verkregen zal worden door de overlevende deelgenoten. De tegenprestatie bestaat in een evenwichtige kans voor elke deelgenoot om het aandeel van de andere in het goed te verwerven, indien hij de langstlevende is.” Eenvoudig gezegd komt het erop neer dat degene die langst leeft, het goed verwerft.

In het verleden heeft Vlabel al verschillende standpunten (SP) ingenomen over bedingen van aanwas (o.a. SP 16092 dd. 14.11.2016 inzake fictie beding ten behoeve van een derde, SP 15156 dd. 09.11.2015 inzake het verdeelrecht). In deze standpunten werden enkel de fiscale gevolgen van bedingen van aanwas uiteengezet. In het nieuwe standpunt gaat Vlabel een stap verder. Zij zet weliswaar de voorwaarden uiteen waaronder een beding van aanwas niet zal onderworpen zijn aan erfbelasting of schenkbelasting. Deze voorwaarden zijn echter vooral burgerrechtelijk of civiel van aard.

Beding van aanwas = erfovereenkomst ?

Vlabel verwijst letterlijk naar de federale hervorming van ons erfrecht en beschouwt een beding van aanwas als een erfovereenkomst. Erfovereenkomsten zijn in principe verboden. De hervorming van ons erfrecht zal dit verbod niet afschaffen, maar eerder de mogelijke erfovereenkomsten uitbreiden en verduidelijken (zie artikel ‘Het nieuwe erfrecht anno 2017‘). Het Burgerlijk Wetboek bevat geen definitie van het begrip ‘erfovereenkomst’, zoals Vlabel ook bevestigt in het begin van het nieuwe standpunt.

Door een beding van aanwas enerzijds als een erfovereenkomst onder bijzondere titel en anderzijds als een kanscontract ten bezwarende titel te beschouwen, verlaat Vlabel haar fiscale werkdomein en waagt zij zich op het terrein van het burgerlijk recht. De regels inzake kanscontracten staan vermeld in het Burgerlijk Wetboek (artikel 1964 B.W. e.v.) en niet in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF). Hetzelfde geldt trouwens voor erfovereenkomsten (op dit moment o.a. artikel 1130, lid 2 B.W. en binnenkort artikelen 1100/1 tot 1100/7 B.W.).

Onder de huidige rechtspraak bestaat er meestal een onderscheid tussen een beding van aanwas en een erfovereenkomst. Een erfovereenkomst kent enkel “louter eventuele rechten” toe op toekomstige nalatenschappen. In een beding van aanwas daarentegen verbinden partijen zich er definitief toe dat hun aandeel of een welbepaald goed zal toevallen aan de langstlevende van hen, in ruil voor de kans om zelf de enige volle eigenaar/vruchtgebruiker te worden en in welk geval derden buiten de onverdeeldheid blijven. Een goede redactie van het aanwasbeding is wel van belang.

Indien het nieuwe standpunt onmiddellijk zou worden toegepast, legt Vlabel de huidige rechtspraak en de meerderheid van de rechtsleer simpelweg naast zich neer. Over de inwerkingtreding wordt echter met geen woord gerept. Verduidelijking is dus dringend vereist.

Ook op het vlak van vormvereisten heeft dit nieuwe standpunt een impact. Vlabel legt als voorwaarde op dat een beding van aanwas verplicht moet worden opgenomen in een notariële akte. Dit is reeds zo in verband met aanwas van onroerende goederen. Voor wat betreft bedingen van aanwas van roerende goederen zal een notariële akte vereist zijn vanaf 1 september 2018. Op die datum treedt het nieuwe erfrecht in werking, dat voor erfovereenkomsten een zeer strikt formalisme oplegt (ontwerpakte, na 15 dagen informatievergadering, 1 maand bedenktijd vooraleer ondertekening notariële akte). Dit betekent dat er intussen minstens 6 weken verstreken zullen zijn. Indien deze procedure niet wordt nageleefd, is het beding van aanwas absoluut nietig volgens het nieuwe erfrecht. Het nieuwe standpunt verwijst uitdrukkelijk naar deze absolute nietigheid die in principe door elke belanghebbende kan worden ingeroepen, ook door Vlabel dus …

Kanscontract op zijn Vlabels …

Maar vooral in haar interpretatie van de voorwaarden voor een kanscontract gaat Vlabel haar louter fiscale bevoegdheden schromelijk te buiten.

Volgens Vlabel is er sprake van een kanscontract wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Dit is algemeen gekend, maar dan gaat Vlabel verder: “Er dient wel sprake te zijn van een gelijkwaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.” Hoewel sedert ruime tijd aanvaard in de praktijk, veegt Vlabel compensatie van ongelijke levensverwachtingen door een ongelijke inleg van tafel. Een beding van aanwas waarin een financiële compensatie is voorzien, zal dus bij overlijden toch aanleiding geven tot erfbelasting.

Op het einde van het standpunt gaat Vlabel opnieuw uit de bocht door te eisen dat de gelijkwaardigheid van de levensverwachting niet alleen aanwezig dient te zijn bij het afsluiten van het beding (wat de regel is), maar ook bij de realisatie ervan. Aldus blijft een beding van aanwas slechts onbelast met erfbelasting indien en voor zover de levensverwachting van de partijen gelijk(w)aardig is bij overlijden. Een biologisch onmogelijke opgave…

Successieplanning via beding van aanwas: algemene beoordeling

Dit nieuwe standpunt is niet echt verwonderlijk, maar wel zeer verregaand. Vlabel is een fiscale administratie die zich niettemin nu uitspreekt over civielrechtelijke begrippen in het algemeen, en over de burgerrechtelijke aspecten van bedingen van aanwas in het bijzonder. Dit was in het verleden niet het geval. Standaard kon men in voorafgaande beslissingen lezen: “De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van de overeenkomsten op burgerlijk vlak”.

Naar onze mening gaat Vlabel te ver. Het zal wel niet toevallig zijn dat haar interpretatie fiscaal nadelig is voor de Vlaamse burgers. Intussen kunnen wij u enkel aanraden om uw bestaande beding van aanwas te laten nakijken. Indien u nog een beding van aanwas wenst aan te gaan met betrekking tot roerende goederen, kan u maar beter onmiddellijk actie ondernemen. Heeft u nog meer vragen over de successieplanning via beding van aanwas? Onze Vermogensarchitecten staan hiervoor steeds tot uw dienst.

Publicatiedatum: 2 februari 2018

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
© Van Havermaet 2024

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.