De toekomst van de accountant – De accountant van de toekomst
“Heeft een ondernemer binnen enkele jaren nog wel een accountant nodig? Of nemen robots die werkzaamheden binnen afzienbare tijd over? Dat zal ongetwijfeld in zekere mate zo zijn. Maar hoe zit dat dan met de accountant als vertrouwenspersoon? Waar gaat de ondernemer te rade en wat mag hij van zijn accountant verwachten?”
1. Een beknopte geschiedenis
De oorsprong van het boekhouden is niet helemaal duidelijk, maar het is zeker dat die erg oud is. In Mesopotamië zijn kleitabletten van 2600 vóór Christus teruggevonden die worden gezien als de eerste vormen van boekhouding. Onze huidige techniek van dubbel boekhouden kent haar oorsprong in 1494 bij de Italiaanse franciscaner broeder Luca de Pacioli. In zijn handboek Summa de arithmetica, geometria, proportioni et proportionalita legt hij uit hoe elke financiële transactie twee keer moet voorkomen in het register: eenmaal aan de debetzijde en eenmaal aan de creditzijde. Dat was een ware revolutie. Sommige historici vermoeden dat Pacioli die boekhoudmethodes niet zelf ontwikkelde, maar zijn kennis opdeed aan de koopmansscholen van Venetië. In deze koopmansrepubliek was immers al een heleboel kennis over boekhouding aanwezig. Er zijn inderdaad aanwijzingen dat er al in de dertiende eeuw methodes ontstonden die op z’n minst als voorloper van het systeem van Pacioli beschouwd kunnen worden. Zijn systeem, dat al snel bekend werd onder de naam ‘Venetiaans boekhouden’, werd een van de belangrijkste ontwikkelingen in de boekhouding.
Pas in de 17e eeuw kreeg het dubbel boekhouden bij ons vaste voet. In de daaropvolgende 250 jaren deden zich geen al te grote veranderingen voor in het accountantsberoep. Pas met een wet van 17 juli 1975 ontstond een wettelijk kader voor de boekhouding en jaarrekening van ondernemingen. Daarna ging het snel. Op 8 oktober 1976 verscheen een Koninklijk Besluit met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen en sinds 12 september 1983 kennen wij het algemeen rekeningenstelsel (MAR), dat tot de dag van vandaag bestaat.
1.1 De computer zorgt voor schokgolven
Aan het einde van de jaren 1970, begin jaren 1980 deed er zich een ware aardverschuiving voor met de intrede van de computer. Sindsdien kwamen ook de technologische facetten van accounting in een stroomversnelling terecht.
IT-bedrijven zoals IBM ontwierpen vanaf dan machines en programma’s die in de eerste plaats bedoeld waren voor grote organisaties (zoals administratieve en fiscale diensten van multinationals, banken en verzekeringsmaatschappijen). Dankzij het groeiende succes hebben deze fabrikanten hun aanbod gediversifieerd en werd het gebruik van IT op alle managementgebieden uitgebreid:
- Boekhouding: financiële boekhouding, kostprijsboekhouding
- Klantenfacturatie en leveranciersbetaling
- Loonadministratie
- Toezicht op bankrekeningen, kasbeheer en financiële prognoses
- Beloning en sociale behandeling van werknemers
In de jaren 1980-90 evolueerde de informaticatechnologie geleidelijk verder, vooral vanwege de ontwikkeling van nieuwe methoden en tools en de enorme toename van de opslagcapaciteit en prestaties van computers.
Tegelijkertijd werden minicomputers zeer wijdverspreid, waardoor kleine en middelgrote organisaties zichzelf konden uitrusten met zeer gestandaardiseerde en gebruiksvriendelijke programma’s voor bijvoorbeeld boekhouding, salaris, bedrijfsbeheer of sociale uitkeringen.
“De accountant van vandaag is dan ook meer dan ooit zelf een ondernemer.”
Puur boekhoudkundig gezien is er de afgelopen dertig jaar niet zoveel veranderd. Journaalposten, waarin wordt aangegeven welke rekening gedebiteerd wordt, welke gecrediteerd en voor welk bedrag, werden dertig jaar geleden gemaakt en gelden vandaag grotendeels nog steeds. Maar de techniek heeft niet stilgestaan. Het accountancy-beroep is daardoor al enkele jaren in volle evolutie en zal in de toekomst nog ingrijpend veranderen als gevolg van de snelle ontwikkelingen in de technologie. Zo zal het gebruik van geautomatiseerde boekhoudsystemen en software voor data-analyse nog meer toenemen, waardoor er steeds minder handmatig werk nodig is.
Is dat dan een doemscenario en zal het beroep door automatisering verdwijnen? Of bieden die technologische ontwikkelingen juist opportuniteiten?
1.2 De boekhouding als fundament en niet langer als doel op zich
Jarenlang was het voeren van de boekhouding, het opstellen van de jaarstukken en het indienen van de fiscale aangiftes het doel van het accountantsberoep. De wetgever eist immers een correcte boekhouding om er onder meer voor te zorgen dat juiste aangiftes worden ingediend en dat de ondernemer zelf en zijn stakeholders altijd weten wat de rechten en verplichtingen zijn van de onderneming. Wereldwijd zijn er miljoenen bedrijven waarvan de boekhouding en de jaarrekening moeten voldoen aan bepaalde regels en normen die ervoor zorgen dat cijfers betrouwbaar en vergelijkbaar zijn. Op zich is daar niets aan gewijzigd, maar door de technologische ontwikkelingen gaat het opzetten van dat fundament, de boekhouding, veel sneller en gemakkelijker dan voorheen.
In de komende jaren zullen ongetwijfeld nog tal van ontwikkelingen plaatsvinden. Die trein is niet meer te stoppen. En dus rijst de vraag wat het betekent als de boekhouding niet meer het doel maar slechts de basis is en een groot deel ervan, zo niet alles, overgenomen wordt door robots.
1.3 Van verwerker naar adviseur
De praktijk geeft op die vraag een antwoord. De laatste jaren zien we dat de accountant evolueert van uitvoerder van compliance-taken naar adviseur. Hij vervult steeds meer een sleutelfunctie binnen veel bedrijven en dan gaat het niet meer alleen om het vastleggen van boekingen maar ook om rapporteren en adviseren. De accountant is de rechterhand van de ondernemer.
“De digitalisering dendert door als een trein. Voor accountants de kans om meer tijd te maken voor advisering.”
Dankzij de digitalisering is het niet langer nodig om zelf routinematige taken uit te voeren. Maar dat betekent niet dat er geen behoefte meer is aan financiële dienstverlening. De échte meerwaarde zit in advisering en daarmee klanten helpen met hun business. De klanten zelf stellen ook andere eisen aan hun accountant. Ze verwachten dat hij meedenkt en hen met kennis van zaken adviseert. De accountant beschikt over heel wat bedrijfsgegevens (big data) en is dus perfect geplaatst om als coach of sparringpartner zijn klanten bij te staan en hun business te laten groeien.
2. Enkele uitdagingen voor de accountant van de toekomst
2.1 Verdere digitalisering is een noodzaak
Het digitaliseren van de papieren administratie is natuurlijk meer dan papieren documenten inscannen en die digitaal ter beschikking te stellen. Digitalisering gaat gepaard met performant draaiende software, zowel bij de accountant als bij de overheid, bijvoorbeeld tax-on-web, MyMinFin of Intervat.
Digitalisering is kostenbesparend als de klant ook meewerkt. Daarbij is een goede klantrelatie van het grootste belang. Door regelmatig met de klant in overleg te gaan, kan de accountant bijsturen of adviseren waar nodig. De klant zal dan ook makkelijker meegaan in het digitaliseringsverhaal. In een veranderende bedrijfswereld verwachten klanten dat hun accountant snel reageert en hen met real-time inzichten ondersteunt en adviseert.
Stilaan begint ook robotic accounting zich volledig in te burgeren. Bedrijven scannen zelf facturen in en onkostennota’s worden automatisch ingelezen. Daarbij speelt ook machine learning een grote rol. Gegevens op de facturen worden automatisch herkend. De communicatie met de klant verloopt steeds vaker digitaal, wat niet wegneemt dat het persoonlijk contact ook belangrijk blijft.
De digitalisering kent geen grenzen. Vanaf 2024 is e-invoicing bijvoorbeeld verplicht voor grote Belgische ondernemingen. Concreet betekent dit dat uitgaande en binnenkomende facturen digitaal opgemaakt, verzonden en ontvangen worden. E-invoices zijn elektronische facturen volgens een vastgelegde structuur, met velden die moeten voldoen aan de zogenaamde ‘UBL-normen’ (Universal Business Language). De UBL-factuur wordt via het PEPPOL-netwerk verstuurd naar de klant. Het gaat dus om iets anders dan een gewoon pdf-bestand. Dankzij die techniek kunnen boekhoudprogramma’s de facturen foutloos inlezen. In Italië bestaat vandaag overigens al een systeem waarbij ondernemers hun facturen uploaden op een platform van de overheid. Die krijgt daardoor een gedetailleerd zicht op alle aan- en verkopen. De btw-berekening gebeurt volledig automatisch.
De digitalisering dendert door als een trein. Voor accountants de kans om meer tijd te maken voor advisering. Meer tijd is sowieso nodig, want zowel klanten als de overheid vragen steeds meer van hen.
2.2 Antiwitwaswetgeving
De accountant moet op zijn hoede zijn voor witwasoperaties bij klanten. Sinds 1991 heeft hij daartoe al verplichtingen, maar die zijn onder invloed van Europese wetgeving enkel maar toegenomen. Naast de nodige identificatieverplichtingen (‘know your customer’) is hij verplicht zijn dossiers te benaderen vanuit een risico-gebaseerde aanpak. Dat moet hij zowel op kantoorniveau als op het niveau van elke individuele cliënt en transactie doen. Bij het minste vermoeden van witwassen van geld en/of financiering van terrorisme is hij verplicht de overheid in te lichten.
De accountant is ook verplicht om een bewijs van inschrijving in het UBO-register (register van uiteindelijke begunstigden) of een uittreksel uit dat register op te vragen. Een Koninklijk Besluit van 23 september 2020 verplicht onder meer om alle documenten te uploaden die de juistheid van de daarin geregistreerde gegevens aantonen. In principe is zowel de eigenlijke registratie als het uploaden van de onderliggende stukken de taak van het bestuursorgaan van de betrokken entiteit. In heel veel gevallen wordt dat echter overgelaten aan de accountant.
Het einde van de verplichtingen op het vlak van antiwitwas is nog niet in zicht. Integendeel, de Europese Commissie heeft aangekondigd de regels tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme aan te scherpen met het Europese AML-pakket. Dat pakket bevat onder meer volgende voorstellen:
- De oprichting van een centrale EU-autoriteit voor de bestrijding van het witwassen van geld. Die zal de nationale autoriteiten coördineren om ervoor te zorgen dat de EU-regels correct en consequent worden toegepast.
- Bijkomende antiwitwasvoorschriften die rechtstreeks van toepassing zullen zijn in alle EU-lidstaten en die meer gedetailleerde voorschriften bevatten rond de waakzaamheidsverplichtingen tegenover de cliënten en uiteindelijke begunstigden.
- In de hele EU zal een bovengrens van 10.000,00 euro worden ingevoerd voor contante betalingen. In ongeveer twee derde van de lidstaten bestaan er vandaag al dergelijke bovengrenzen, maar het bedrag ervan verschilt van land tot land. Nationale maxima van minder dan 10.000,00 euro mogen behouden blijven. In België ligt deze grens momenteel op 3.000,00 euro. In landen als Oostenrijk en Finland bestaat er nog geen beperking.
2.3 Duurzaamheid
Naast het financiële en fiscale luik van het beroep komt er een nieuwe grote uitdaging op ons af: duurzaamheid (sustainability). Dat staat vandaag nog in zijn kinderschoenen en veel ondernemers en accountants denken dat ze er niet mee te maken zullen krijgen. Maar niets is minder waar. Het is een thema dat vroeg of laat elke onderneming en haar adviseur zal raken en waarbij voor de accountants vier uitdagingen weggelegd zijn: sensibiliseren, adviseren, rapporteren en controleren.
Wat gaat vooraf ?
In 2015 werd in Parijs een klimaatconferentie gehouden waarop 195 landen aanwezig waren. Het doel van het akkoord dat zij sloten, is om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder 2 graden Celsius (het streefdoel is 1,5°). In die zin is het de bedoeling van het Klimaatakkoord om de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verminderen vergeleken met 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen zijn.
In het verlengde daarvan werd op 11 december 2019 de EU Green Deal gepresenteerd. De Europese Green Deal is een reeks beleidsinitiatieven met als overkoepelende doelstelling om de economie duurzamer en milieubewuster te maken. Zo moet Europa tegen 2050 klimaatneutraal zijn en daarmee het eerste klimaatneutrale continent worden. In 2030 moet de CO2-uitstoot al met 55% verminderd zijn ten opzichte van 1990. De beleidsvoorstellen omvatten onder meer investeringen in milieuvriendelijke technologie, bedrijven helpen innoveren, goedkopere en gezondere vormen van particulier en openbaar vervoer, de energiesector koolstofvrij maken en een grotere energie-efficiëntie van gebouwen.
Eén van de concrete maatregelen (de Corporate Sustainibility Reporting Directive) houdt in dat bedrijven moeten rapporteren over hoe hun bedrijfsmodel mens en milieu beïnvloedt en hoe externe duurzaamheidsfactoren, zoals klimaatverandering, hun bedrijf beïnvloeden. De gedetailleerde rapportageverplichting geldt voor duurzaamheidskwesties zoals milieuaspecten (Environmental), sociale rechten en mensenrechten (Social) en bestuur (Governance) en wordt in fases ingevoerd vanaf 2024.
De wijze van rapportering moet voldoen aan de zogenaamde ‘ESRS’ (European Sustainability Reporting Standards), die er als volgt zullen gaan uitzien:

Daarnaast worden ook op internationaal niveau nog duurzaamheids-standaarden uitgewerkt. De ISSB (International Sustainability Standards Board) heeft intussen al twee standaarden uitgewerkt. We beperken ons hier echter verder tot de Europese context.
Ondernemingen en hun accountants nemen deze zaak het best ter harte. Vanaf boekjaar 2024 moeten grote, beursgenoteerde ondernemingen namelijk rapporteren over duurzaamheid. In de daaropvolgende jaren wordt deze verplichting verder uitgebreid naar andere grote ondernemingen en beursgenoteerde kmo’s. Middelgrote en kleine vennootschappen die niet beursgenoteerd zijn, hoeven vooralsnog geen duurzaamheidsverslag op te stellen. Maar als onderdeel van de waardeketen kunnen deze ondernemingen wel informatieverzoeken verwachten van hun klanten of leveranciers die onder de rapportageverplichting vallen. Op die manier zullen uiteindelijk veel meer ondernemingen met duurzaamheid en rapportering daaromtrent geconfronteerd worden.
Hoog tijd dus voor accountants om zich in te leven in deze materie, hun klanten ervoor te sensibiliseren alsmede te adviseren en te helpen bij de voorbereiding van de eerste rapporteringen die eraan komen over boekjaar 2024. Gezien het belang en impact van deze materie wordt niet voor niks gesteld dat de accountants de wereld kunnen redden.
2.4 Samenstelopdrachten en ISRS 4410
Van een accountant wordt steeds meer bijstand verwacht bij het opstellen van financiële staten, zoals een financieel plan, een jaarrekening, een kredietaanvraagdossier … Op vandaag bestaat daarvoor in België (nog) geen specifieke norm. Op internationaal niveau werd hiervoor wel een afzonderlijke norm ontworpen, de ISRS 4410 (International Standard on Related Services). Die ISRS werd in 2019 vertaald naar het Nederlands door het Belgisch Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) en momenteel werkt men binnen het beroepsinstituut van de accountants (ITAA) aan de invoering ervan in de loop van 2024.
Aangezien een samenstellingsopdracht geen controleopdracht is, wordt in deze van de accountant niet verwacht dat hij de nauwkeurigheid of de volledigheid van de door het management verstrekte informatie voor het samenstellen controleert of onderbouwende informatie verzamelt om een controleoordeel over het opstellen van de financiële informatie tot uitdrukking te brengen. Het management blijft daarvoor verantwoordelijk.
In Nederland is deze standaard al een tijdje van toepassing. In België zit hij, zoals hoger gezegd, in de pijplijn. We hebben al enkele concrete voorbeelden waarbij deze norm van pas zou kunnen komen:
- Financieel plan: het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) verplicht om bij de oprichting van een bv, cv of nv een financieel plan op te stellen. Het bepaalt meteen ook de inhoud ervan. Het plan moet een achttal elementen bevatten, waarvan als laatste “de naam van de externe deskundige die bijstand heeft verleend bij de opmaak van het financieel plan”.
- Insolventie: in het kader van de Wet Continuïteit Ondernemingen (WCO) wordt een bijstandsopdracht voorzien voor de accountant bij het opstellen van de boekhoudkundige staat, alsmede de begroting die in deze procedure opgesteld dient te worden voor de rechtbank.
Van zodra van toepassing, kan deze standaard ook gebruikt worden in het kader van de opmaak van de jaarrekening voor vennootschappen en vzw’s of voor het samenstellen van een kredietdossier voor de banken. Dat geldt ook voor alle andere opdrachten waarbij de kennis en kunde van een accountant nodig en nuttig zijn voor het samenstellen van financiële en niet-financiële informatie die verstrekt wordt aan derden. Alweer een uitdaging voor de accountant van de toekomst.
2.5 Herstructurering en insolventie
Ondernemingen in moeilijkheden maar met een grote kans op continuïteit kunnen vandaag in België een beroep doen op een zogenaamde gerechtelijke reorganisatie. Reeds midden jaren 1990 werd het gerechtelijk akkoord ingevoerd en diverse keren aangepast in functie van de vigerende rechtspraak. Op 1 mei 2018 is de meest recente insolventiewetgeving in werking getreden. Het uiteindelijke doel van al deze procedures is om het bedrijf in moeilijkheden tijd te geven om een herstelplan op te stellen. Daarbij wordt een bescherming tegen schuldeisers ingevoerd door opschorting van betaling van maximaal zes maanden, maar die verlengbaar is tot maximaal achttien maanden. Binnen die procedure bestaan nog enkele varianten. Ondanks de diverse aanpassingen van deze wetgeving doorheen de jaren kwam dit nooit echt tot zijn recht en bleef het aantal faillissementen gestaag toenemen. Europa wilde daar iets aan doen en vaardigde in 2019 een nieuwe Richtlijn ter zake uit. België heeft die met een wet van 7 juni 2023 ook effectief ingevoerd vanaf 1 september 2023.
Die wet bevat tal van nieuwigheden. Zo worden een aantal instrumenten van vroegtijdige waarschuwing ingevoerd waarin een belangrijke rol weggelegd is voor de accountant. Daarnaast speelt de accountant een cruciale rol bij het opstellen van het reorganisatieplan en de documenten nodig om een dossier in te dienen op de rechtbank. Ook hier ligt een belangrijke uitdaging voor accountants.
2.6 Krapte op de arbeidsmarkt
Het is al lang geen geheim meer: accountant is in de loop der jaren een knelpuntberoep geworden. Het accountantsberoep vormt intussen een vaste waarde in de lijst met knelpuntberoepen die de VDAB jaarlijks publiceert. In 2021 was het echter de eerste keer dat accountants in de top 10 stonden en vandaag is dat nog altijd zo. The war for talent woedt steeds heviger.
Daarvoor zijn meerdere verklaringen te vinden. In de eerste plaats denken we aan de vergrijzing. De groep van vijftigplussers vormt vandaag nog steeds een belangrijk deel van de beroepsgroep. In de komende jaren zullen dus heel wat oudere accountants met pensioen gaan en te weinig jongeren nemen hun plaats in. Ook binnen de specifieke afdelingen van het onderwijs die jongeren voorbereiden op het beroep, is de laatste jaren een dalende trend in de inschrijvingen merkbaar. Bovendien verlaten steeds meer accountants op jongere leeftijd het beroep om allerlei redenen, maar vooral vanwege de complexiteit én de werkdruk. Er is ook een kloof tussen de verwachtingen van de werkgever en die van de kandidaat. De werkgever stelt vaak hoge eisen waaraan kandidaten moeilijk kunnen voldoen. En de jonge accountant-talenten dragen het digitale hoog in het vaandel, iets waarop te veel kantoren nog altijd niet voorzien zijn.
Bovendien is het accountantsberoep in volle transitie en moeten accountants zich een nieuwe rol aanmeten: die van adviseur. De accountant van vandaag is zoveel meer dan de boekhouder van vroeger. De eisen van het werk en de invulling van de job van een moderne accountant gaan veel verder dan cijfers en getallen. Soft skills worden steeds belangrijker. Ook dat bemoeilijkt vaak de invulling van vacatures.
De overheid zou het beroep eveneens aantrekkelijker moeten maken met haalbare deadlines en een vermindering van de eindverantwoordelijkheden. Als de verantwoordelijkheden blijven groeien, komt dat de aantrekkingskracht van het beroep zeker niet ten goede. De cijferberoepers worden steeds meer belast met extra taken, zoals het UBO-register of de antiwitwaswetgeving.
Wetende dat de businesssector in België de volgende jaren zo’n 40.000 nieuwe jobs wil creëren, zal het motto dat “achter elke straffe ondernemer een straffe accountant staat” een serieuze opgave worden voor de sector. Daarom moet volop ingezet worden op de jongere generaties. De nieuwe generatie accountants is de eerste generatie die zich geen leven zonder internet kan voorstellen. Het zijn de echte digital natives. Daardoor zijn ze uiteraard zeer waardevol, aangezien de digitalisering van het beroep steeds sneller verloopt. Om die jongeren warm te maken voor het beroep is digitalisering niet langer een optie maar een must.
2.7 Verdienmodel
Er bestaan heel wat verdienmodellen: transactiemodel, abonnementsmodel, uurtje-factuurtje … Dat laatste wordt nog altijd het meest gehanteerd binnen de accountancy en biedt zeker een aantal voordelen, zoals onder meer de urenregistratie en het directe zicht op de gepresteerde en gedeclareerde uren. Er zijn langs de andere kant ook nadelen aan dit systeem: uren maken staat centraal, waarbij minder gekeken wordt naar efficiëntie en optimalisatie. Veel ondernemers willen liever een forfait, zodat ze op voorhand weten wat ze betalen en wanneer. De investeringen door het kantoor doorrekenen, is op die manier niet altijd evident.
Door de gewijzigde economische omstandigheden, de krapte op de arbeidsmarkt, de technologische ontwikkelingen en innovaties en last but not least de veranderende klantbehoeften moet de accountant van morgen een aantal strategische keuzes maken. Digitalisering en automatisering maken de basisprocessen in accountancy steeds efficiënter en meer gestroomlijnd. Daardoor kunnen de traditionele jaarlijkse werkzaamheden voor de klant steeds sneller worden uitgevoerd. Dat maakt het uurtje-factuurtje-model minder gunstig. Accountants kunnen de tijd die ze winnen, besteden aan diensten met een grotere meerwaarde voor klanten en een grotere commerciële waarde voor het kantoor. Bepaalde zaken dienen bijgevolg anders aangepakt te worden. Een daarvan is een nieuw verdienmodel.
2.8 Werken via forfait of doen aan waardefacturatie (value billing)?
Overschakelen van een model op basis van gepresteerde uren naar een forfaitmodel vraagt een andere aanpak en denkwijze. Werkzaamheden die bij elkaar passen, worden dan gebundeld en als één geheel aangeboden tegen een vaste prijs. Je moet vooraf goed nadenken over wat er wel binnen het forfait valt en wat niet. Op die manier weten klanten vooraf waaraan zij zich kunnen verwachten en zijn er in principe geen verrassingen voor hen. Hoe duidelijker dit vastgelegd wordt, hoe makkelijker het ook zal zijn om extra diensten aan te bieden. Bovendien worden ook analyses binnen het kantoor, zoals de winstgevendheid van het geleverde werk, een stuk eenvoudiger.
Nu de dienstverlening steeds meer verschuift van compliance-werk naar advisering, is dit het moment bij uitstek om het roer om te gooien en eventueel over te schakelen op value billing. Bij die methode wordt de factuur gebaseerd op de door de klant ervaren waarde van de geleverde prestaties. Het vertalen van de toegevoegde waarde die de accountant biedt naar een financiële vergoeding, is zelf voor een stuk ondernemerschap. Maar de accountant van vandaag is dan ook meer dan ooit zelf een ondernemer.
Een ding is zeker: het beroep van accountant zal niet verdwijnen, maar wel verder en steeds sneller evolueren. De komende jaren wordt het ongetwijfeld nog een pak uitdagender, boeiender en maatschappelijk relevanter. Het blijft tot vandaag de mooiste job die er bestaat én het is er een met een beloftevolle toekomst!