VVPRbis in 2022 is zoals het weer: hot!
VVPRbis in 2022: hoe zit het precies in elkaar? De fiscaliteit en haar wijzigingen: het laat de ondernemers niet koud. Zeker niet als de overheid morrelt aan een fiscaal voordelig systeem als de VVPRbis. Graag wijzen wij u op een mogelijk actiepunt én op een versoepeling waar sommige vennootschappen nuttig gebruik van kunnen maken.
Wat is VVPRbis ook al weer?
VVPRbis staat voor een mogelijkheid de roerende voorheffing over dividenden te verlagen van 30% van 20% of 15%.
Om van dit verlaagde tarief te kunnen genieten, moeten de dividenden o.m. voortkomen uit nieuwe aandelen op naam uitgegeven n.a.v. een inbreng in geld vanaf 1 juli 2013 in een kleine vennootschap. Deze inbreng moet u volledig volstorten, ten laatste bij de betaling of toekenning van de dividenden.
Voor dividenden uitgekeerd uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng, geniet u van het verlaagde tarief van 20%. Voor dividenden uitgekeerd uit de winstverdeling vanaf het derde boekjaar en volgende na dat van inbreng, bedraagt het tarief slechts 15%.
U kan de dividenden dus pas voordelig uitkeren na het doorlopen van een wachttermijn.
Vrijstelling volstortingplicht toegepast: actie nodig!
Sinds 1 mei 2019 is het kapitaalbegrip voor BV’s verdwenen. Onder het huidige VVPRbis regime geldt ook geen vereiste meer van een minimale inbreng. Vennootschappen die onder het oude recht zijn opgericht, moeten echter wel aan hun initiële volstortingsplicht voldoen.
Oude BVBA’s die hun statuten inmiddels hebben aangepast, konden opteren voor een vrijstelling van volstortingsplicht (eventueel gepaard gaande met een vermindering van het ingebrachte vermogen tot € 1). Hiermee verliezen zij echter het voordeel van de toepassing van VVPRbis.
De wetgever heeft wel in een overgangsregeling voorzien. Indien zij de vrijstelling van volstortingsplicht hebben toegepast in de periode tussen 1 mei 2019 en 15 december 2021, kunnen zij hun inbreng opnieuw verhogen tot het initieel onderschreven bedrag, zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Dit vereist een notariële akte die ten laatste op 31 december 2022 verleden moet zijn. Zonder regularisatie zullen dividenden vanaf 1 januari 2022 de normale roerende voorheffing ondergaan.
Oude kapitaalloze vennootschappen
En wat dan met “oude” vennootschappen zonder vereiste van een minimum kapitaal, zoals de VOF, de GCV, de CVOA? Zij waren van het oude VVPRbis regime uitgesloten tenzij zij kozen voor een kapitaal van minimum € 18.550, het toenmalige minimum voor BVBA’s.
De minister van financiën heeft steeds standpunt ingenomen dat deze vennootschappen enkel voor kapitaalverhogingen doorgevoerd na 1 mei 2019 toepassing konden maken van VVPRbis. Maar het oorspronkelijke kapitaal was hiervan uitgesloten als dit onder de grens van € 18.550 was gebleven.
Sinds een wetswijziging van 21 januari 2022 is dit standpunt echter voor ernstige kritiek vatbaar. Onlangs heeft de minister het geweer van schouder veranderd. Op 3 juni 2022 heeft hij in antwoord op een parlementaire vraag erkend dat VVPRbis mag worden toegepast ter zake van de aandelen uitgegeven naar aanleiding van de “oude” inbreng.
Dit is bijzonder goed nieuws voor tal van kleine vennootschappen die met beperkte middelen aan de weg hebben getimmerd. Ook zij kunnen nu in beginsel gebruik maken van deze fiscale incentive.
Of VVPRbis in het kader van de voorgenomen globale fiscale hervorming nog een lang leven beschoren is, is natuurlijk niet zeker. Het verdient daarom aanbeveling na te gaan of een maximale benutting op korte termijn aangewezen is. Wij staan u graag bij om u ten volle te adviseren over VVPRbis in 2022 en in de verdere toekomst. Contacteer ons voor al uw vragen.
Publicatiedatum: 11/08/2022
