De nieuwe meerwaardebelasting op financiële activa: wat weten we al en welke zijn de gevolgen?
30 juni 2025 heeft de meerwaardebelasting op financiële activa gebaard. De Arizonaregering bereikte een akkoord over de modaliteiten van de door veel beleggers en ondernemers gevreesde fiscale maatregel. U leest hierna een eerste samenvatting.
De basis
De meerwaardebelasting betreft personenbelasting en rechtspersonenbelasting (vzw’s en dergelijke) en zou ingaan vanaf 1 januari 2026.
De nieuwe heffing betreft financiële activa zoals aandelen, beursgenoteerde of niet-beursgenoteerde effecten, verzekeringsproducten, cryptomunten, beleggingsgoud enz. Pensioensparen en groepsverzekeringen vallen echter buiten het toepassingsgebied.
Het basistarief zal 10% bedragen.
De algemene vrijstelling
Elke belastingplichtige geniet van een jaarlijkse vrijstelling van 10.000 euro (te indexeren bedrag) per jaar. Maakt u geen gebruik van deze vrijstelling, dan zou deze jaarlijks met 1.000 euro stijgen tot max. 15.000 euro. Kwestie van uw financiële en fiscale administratie goed bij te houden dus.
Geen afschaffing van de Reynderstaks
Over opbrengsten van obligatiefondsen is nu al 30% belasting (Reynderstaks) verschuldigd over het interestbestanddeel. Dit blijft behouden. Over het niet-obligatiedeel zal bovendien de nieuwe meerwaardebelasting gelden.
Iedereen in het vak weet dat de Reynderstaks nauwelijks te berekenen is, zeker voor beleggingen aangehouden via buitenlandse tussenpersonen. Jammer dat niet van de gelegenheid gebruik is gemaakt een vereenvoudiging door te voeren. Integendeel komt er nog een bijkomende belasting.
De regeling voor aanmerkelijk belang aandelen
Wie minstens 20% van de aandelen van een bedrijf bezit en vervreemdt, valt onder een gunstiger stelsel: een vrijstelling van één miljoen euro. Deze vrijstelling kan eens om de vijf jaar gebruikt worden. Bovendien gelden tussen één en tien miljoen euro getrapte lagere belastingtarieven. Pas vanaf 10 miljoen euro meerwaarde geldt het algemene tarief van 10%.
De grens van 20% is absoluut. Met 19% bijvoorbeeld valt u onder de basisregeling. Voortaan zou de grens per persoon en op het moment van de verkoop berekend worden. Er is niet langer sprake van om rekening te houden met aandelen in handen van nabije familie noch om rekening te houden met aandelenbezit in een korte tijdsperiode vóór de verkoop. Slecht nieuws dus voor aandeelhouders van sommige familiale bedrijven en van start-ups want zij dreigen deze gunstige regeling in bepaalde gevallen te missen.
De historische meerwaarden
De meerwaardebelasting zal rekening houden met de evolutie van de waarde van uw portefeuille tot 31 december 2025. Enkel de meerwaarden gerealiseerd na deze datum zijn belastbaar.
Het kan natuurlijk ook zijn dat de koers van bepaalde effecten op 31 december 2025 lager is dan de aanschaffingswaarde. In dat geval mag u met de hogere aanschaffingswaarde rekening houden, echter – vreemd genoeg – beperkt tot 5 jaar na inwerkingtreding. De overheid dwingt u in een dergelijke situatie als het ware om relatief snel te verkopen.
Indien er geen beurskoers is, kan u voor de waarde per 31 december 2025 werken met een verslag van een accountant of bedrijfsrevisor. De fiscus zal echter de mogelijkheid hebben deze waarde te betwisten.
De interne meerwaarden
In een eerste ontwerp was voorzien dat meerwaarden bij verkoop van aandelen aan een vennootschap waarin de overlater een functie bekleedt of aandeelhouder is, belastbaar zouden zijn tegen 33%. Naar verluidt is dit behouden in het akkoord, en zelfs verstrengd, maar de details hierover zijn ons nog onbekend.
Het abnormaal beheer
Erg jammer is dat, in tegenstelling tot het eerste ontwerp, de belastingheffing van meerwaarden op financiële activa op basis van abnormaal beheer werd behouden. De nieuwe belasting zal dus gelden voor het “normaal beheer”. Voor het “abnormaal beheer” blijft, zoals heden, een tarief gelden van 33%.
Aangezien het al dan niet “normaal” zijn voor erg veel interpretatie vatbaar is, ontbreekt in meerdere situaties elke rechtszekerheid, tenzij u een voorafgaand fiscaal akkoord zou vragen bij de Rulingcommissie, met onzekere uitkomst. Niet bepaald een vereenvoudiging helaas.
Inning
De inning zal via de banken verlopen, dan wel via een bepaalde attestering die gebruikt kan worden voor de aangifte en ter controle door de fiscus. Wij begrijpen intussen dat de financiële instellingen het moeilijk zien zitten deze nieuwe ingewikkelde regeling tijdig op poten te zetten.
De nieuwe meerwaardebelasting vraagt om inzicht en actie. Laat u tijdig adviseren zodat u met kennis van zaken uw vermogen kunt blijven beheren.