Hoger wettelijk pensioen zelfstandigen: ook negatieve gevolgen

09.12.2022

Medio 2021 besliste de wetgever om het wettelijk pensioen voor zelfstandigen gradueel op te trekken naar het niveau van het wettelijk werknemerspensioen. Dit lijkt positief, aangezien u als zelfstandig bedrijfsleider een hoger wettelijk pensioen zal genieten. Echter, paradoxaal genoeg zal het totale pensioenplaatje er voor heel wat bedrijfsleiders fors op achteruitgaan. Het hogere wettelijk pensioen zal er namelijk voor zorgen dat u minder (soms veel minder) aanvullend pensioenkapitaal kan opbouwen via uw vennootschap.

Veel verzekeraars zijn volop bezig met de herberekening van de zogenaamde 80%-grens en de te storten premies, om de fiscale aftrekbaarheid van de premies in hoofde van de vennootschap te vrijwaren. Echter, mogelijk heeft uw vennootschap in 2021 en 2022 al te veel premies gestort en moet u dit rechtzetten via de fiscale aangifte of via de boekhouding. Er is dus dringend actie vereist als u nu nog geen herberekening ontvangen heeft van uw makelaar of verzekeraar.

Hierna gaan wij kort in op de recente wijzigingen en gevolgen voor de 80%-regel. Daarnaast behandelen wij uw actiemogelijkheden.

Aanvullend pensioenkapitaal

Als zelfstandig bedrijfsleider geniet u helaas niet van een overvloedig wettelijk pensioen. Gelukkig zijn er mogelijkheden om een aanvullend pensioen op te bouwen op een fiscaal gunstige manier. Naast de aanvullende pensioenbouw via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) kan uw vennootschap ook een groeps- of IPT (Individuele Pensioentoezegging)-verzekering afsluiten. De pensioenpremies die uw vennootschap stort in het kader van deze aanvullende verzekering zijn integraal aftrekbaar in de vennootschapsbelasting, op voorwaarde dat de ‘80%-regel’ wordt gerespecteerd.

80%-regel

Overeenkomstig deze 80%-regel zijn de premies die uw vennootschap stort maar aftrekbaar in de mate dat het wettelijk en aanvullend pensioen samen niet meer bedragen dan 80% van de laatste normale brutojaarbezoldiging. In de mate dat deze grens overschreden wordt, kan uw vennootschap de gestorte premies niet aftrekken als beroepskost.

Bij de berekening van de 80%-grens zijn er enkele paramaters die een impact hebben op het maximaal op te bouwen aanvullend pensioenkapitaal. Naast de brutojaarbezoldiging zijn van belang: de loopbaan, de samenlevingsvorm, het reeds opgebouwde extralegaal pensioenkapitaal en het wettelijk pensioen. Uw loopbaan en het reeds opgebouwde extralegaal pensioenkapitaal kan u terugvinden via mypension.be.

Aangezien het exacte bedrag van het wettelijk pensioen tijdens de pensioenopbouwfase nog niet gekend is en een jaarlijkse controle op de 80%-grens nodig is, hanteert de belastingadministratie al sinds jaar en dag een vuistregel om het wettelijk pensioen te ramen. Zo werd tot eind 2020 het wettelijk pensioenbedrag voor zelfstandige bedrijfsleiders forfaitair geraamd op 25% van hun bruto jaarloon, desgevallend op te trekken tot een wettelijk minimum of af te toppen op een wettelijk maximum.

Hervorming wettelijk pensioen zelfstandigen

Naar aanleiding van de hervorming van het wettelijk pensioen voor zelfstandigen vanaf 2021, besloot de belastingadministratie voormelde ‘25%- vuistregel’ in te ruilen voor een ‘50%-vuistregel’, zoals die al langer bestaat voor werknemers.

Concreet betekent dit het volgende:

  • Voor de jaren vóór 2021 waarin de bedrijfsleider zelfstandig was moet het wettelijk pensioen geraamd worden op 25% van de bruto jaarbezoldiging van 2020, rekening houdend met het minimum- en maximumpensioen van het jaar waarvoor de 80% grens wordt berekend.
  • Voor de andere jaren (dit zijn alle jaren waarin de activiteit werd uitgeoefend als werknemer en jaren vanaf 2021 gepresteerd als zelfstandige) moet het wettelijk pensioen geraamd worden op 50% van de bruto jaarbezoldiging van het jaar waarin de 80% grens berekend wordt. Ook nu houden we rekening met het jaarlijks te respecteren minimum- en maximumpensioen.

De nieuwe berekeningswijze is retroactief van toepassing vanaf aanslagjaar 2022.

Hierbij komt ook nog dat het maximumpensioen (opgelegd door de belastingadministratie) niet alleen fors hoger is voor de wettelijke pensioenopbouw vanaf 1 januari 2021 maar ook voor de wettelijke pensioenopbouw vóór 2021. Nochtans stemt dit niet overeen met de realiteit. Als gevolg hiervan zal het op te bouwen aanvullend pensioenkapitaal in sommige gevallen nog lager zijn dan oorspronkelijk verwacht.

De impact van de nieuwe 80%-grens aan de hand van een voorbeeld

De verhoging van het geraamde wettelijk pensioen heeft een grote impact op het aanvullend op te bouwen pensioen. Door de stijging van dit wettelijk pensioen wordt de 80%-grens sneller bereikt, waardoor uw vennootschap voortaan minder extralegale pensioenpremies kan storten en aftrekken als beroepskost.

Ter verduidelijking illustreren we dit graag aan de hand van een voorbeeld. We veronderstellen een alleenstaande bedrijfsleider met een brutojaarbezoldiging van 100.000 EUR, die geen ander extralegaal pensioen heeft opgebouwd. Deze bedrijfsleider heeft al 30 loopbaanjaren gepresteerd als zelfstandige in zijn vennootschap vóór 2021 en gaat nog 15 loopbaanjaren presteren als zelfstandige vanaf 2021. Volgens de oude berekeningsmethodiek van de 80%-grens kon deze bedrijfsleider een maximaal aanvullend pensioen opbouwen van 838.026 EUR. Volgens de nieuwe berekeningswijze is dit gedaald tot 689.778 EUR. In casu zal de gewijzigde berekening van de 80%-grens er aldus toe leiden dat hij circa 150.000 EUR minder aanvullend pensioenkapitaal kan opbouwen via zijn vennootschap.

Administratieve tolerantie

Omwille van de retroactieve inwerkingtreding van de nieuwe richtlijnen, is het zeer waarschijnlijk dat de 80%-grens overschreden werd voor de pensioenpremies die uw vennootschap heeft gestort in 2021 en/of 2022. Het premieoverschot is in principe niet fiscaal aftrekbaar. Echter, als reactie op talloze kritische vragen hieromtrent, heeft de fiscus een ‘administratieve tolerantie’ uitgewerkt.

Deze administratieve tolerantie houdt in dat u eventuele “premie-excedenten” van 2021 en 2022, die omwille van de toepassing van de nieuwe administratieve richtlijnen niet langer aftrekbaar zijn, toch niet fiscaal moet verwerpen. Kort samengevat moet u de eventuele premie-overschotten van boekjaar 2021 en 2022 overdragen naar boekjaar 2023 via de overlopende rekening ‘over te dragen kosten’. De overgedragen premie-overschotten vormen zo als het ware een voorschot op de premies die uw vennootschap in 2023 in uw groepsverzekering of IPT kan storten. Als deze overgedragen premie-excedenten van 2021 en 2022 groter zouden zijn dan de maximale aftrekbare premie voor 2023, wordt uitzonderlijk nog in een verdere overdracht voorzien.

Volledigheidshalve delen wij nog graag mee dat deze administratieve tolerantie niet geldt voor pensioencontracten die in 2021, 2022 of 2023 vervallen of voor premie-excedenten ten gevolge van backservicepremies gestort tijdens de laatste vijf jaren van het pensioenplan.

Time for action!

Vermits de verzekeraars nog maar recent zicht hebben op deze nieuwe richtlijnen, is de kans reëel dat uw vennootschap in 2021 en 2022 te veel premies heeft gestort. De excedenten zijn in principe niet als beroepskost aftrekbaar. Middels de administratieve tolerantie kan u de opname van de excedenten in de verworpen uitgaven vermijden. Het is dan nodig de overschotten boekhoudkundig over te dragen via een overlopende rekening. Om de fiscale aftrekbaarheid van de gestorte premies in hoofde van de vennootschap te kunnen beoordelen en blijven garanderen, dringt zich een update van uw bestaand pensioenplan op. Wij raden u dan ook aan om zo snel mogelijk contact op te nemen met uw makelaar/verzekeraar als u hierover nog niet geïnformeerd werd.

 

Heeft u nog vragen of wenst u meer informatie in verband met de gewijzigde berekening van de 80%-regel, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Gepubliceerd door Ellen Jamar

Een andere vraag omtrent dit thema?

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
© Van Havermaet 2024

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.