Hoe lang blijft u gehouden btw te betalen?
Als u btw verschuldigd bent vanwege uitgaande transacties, of als u ten onrechte btw heeft afgetrokken bij inkomende transacties, ontstaat er een schuld aan de belastingdienst. Maar wanneer verjaart de termijn waarin de belastingdienst deze schuld kan opeisen? Wij zochten het voor u uit.
Uitgaande transacties
De verjaringstermijn begint te lopen op de dag na de uiterste indieningsdatum van de btw-aangifte waarin de verschuldigde btw had moeten worden opgenomen.
Een voorbeeld: U verricht een binnenlandse levering van goederen op 8 september 2025 en factureert deze op 14 september. Als kwartaalaangever moet u deze verkoop opnemen in de btw-aangifte over het derde kwartaal van 2025. De uiterste indieningsdatum is 25 oktober 2025. De btw-schuld ontstaat op die dag, en de verjaringstermijn begint te lopen op 26 oktober 2025.
Inkomende transacties
Voor btw die u onterecht heeft afgetrokken, begint de verjaringstermijn op de dag waarop u de onjuiste aftrek heeft uitgeoefend. Dit is de datum waarop u de betreffende btw-aangifte heeft ingediend, niet de datum waarop de btw daadwerkelijk is betaald.
Verjaringstermijnen
De standaard verjaringstermijn voor btw-vorderingen eindigt op 31 december van het derde jaar volgend op het jaar waarin de btw opeisbaar werd, bijvoorbeeld bij levering, dienstverlening of facturering.
Er zijn echter langere verjaringstermijnen in bepaalde situaties. Overeenkomstig de vandaag bestaande regeling bedraagt sinds 1 januari 2023 de verjaringstermijn vier jaar in plaats van drie jaar als u de btw-aangifte niet of laattijdig indient, en tien jaar in plaats van zeven jaar in geval van fraude. Bovendien geldt een verjaringstermijn van vijf jaar voor de vordering tot invordering van de btw-schuld die is opgenomen in een uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister. Ten slotte geldt een bijzondere termijn van zeven jaar wanneer informatie uit het buitenland, een rechtsvordering, of overtuigend bewijs van derden aantoont dat belastbare handelingen niet zijn aangegeven of ten onrechte zijn vrijgesteld, of dat er ten onrechte btw is afgetrokken.
De bewaringstermijn voor facturen, boeken en andere documenten, bedraagt in de vandaag bestaande regeling tien jaar.
Wat brengt de toekomst?
Volgens het wetsontwerp houdende diverse bepalingen nr. 56-0963/005 (pagina 33) wordt voorgesteld om, net zoals bij de inkomstenbelastingen, de verjaringstermijn in geval van fraude te verkorten van tien jaar naar zeven jaar. In dit kader moeten artikel 60, §3 en §4 van het btw-Wetboek (WBTW) nog worden aangepast.
Logischerwijze wordt voorgesteld om de bewaringstermijn te wijzigen, namelijk van tien jaar naar zeven jaar.
De toekomstige wijzigingen zouden van toepassing zijn op btw die opeisbaar is geworden vanaf 1 januari 2023. De verjaringstermijn van tien jaar, die toekomstig wordt vervangen door een termijn van zeven jaar in geval van fraude, is in de praktijk nooit effectief toegepast. Er zijn namelijk onvoldoende jaren verstreken tussen de inwerkingtreding van de vorige regeling en deze nieuwe aanpassing. De eerste kennisgevingen die volgens de oude termijn zouden worden verzonden, zouden pas over enkele jaren plaatsvinden. Aangezien de aanpassing vóór die datum in werking treedt, zal dit dus nooit gebeuren.
Wenst u meer te weten inzake de verjaringstermijnen voor de vordering tot voldoening van de btw? Contacteer dan onze btw-adviseurs voor verdere info.
(*Vanaf 01/04/2019: Wet van 26/11/2018 inzake de automatisering van de uitvoerbare titel inzake btw.)
